Heb je je ooit afgevraagd waar het eten eigenlijk vandaan komt als je naar een restaurant gaat? Of als je worst koopt in de slagerij en groenten op de markt? Hoe wordt het geproduceerd? En is bepaald voedsel alleen verkrijgbaar in het gebied waar je woont? In dit hoofdstuk zoeken we het antwoord op deze vragen.
4.1 Landbouw
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Taalondersteuning
Overzicht voor het hele hoofdstuk
Taalondersteuning
Overzicht voor het hele hoofdstuk
Info voor docenten
Overzicht (didactische toegang, doelen, competenties)
Info voor docenten
Overzicht (didactische toegang, doelen, competenties)
Overzicht
Als primaire sector vertegenwoordigt de landbouw een van de oudste en belangrijkste economische sectoren. Het gaat immers om de agrarische vormen van gebruik van het aardoppervlak. Bijna een derde van de Euregio Maas-Rijn wordt gebruikt voor landbouw, wat dus bepalend is voor de ruimte. Enerzijds wordt de ruimte direct door mensen veranderd, bijvoorbeeld in de akkerbouw, maar anderzijds wordt de ruimte ook indirect door mensen gebruikt, bijvoorbeeld in de veeteelt. Hierbij kunnen we het onderscheid maken of de mens actief ingrijpt in het natuurlijke landschap en deze verandert naar eigen behoeften of dat er een vorm van natuurlijk landschapsonderhoud en -behoud plaatsvindt. Een andere bepalende factor is de gelijktijdige afhankelijkheid van het landbouwgebied van geomorfologische en klimatologische omstandigheden. Dit benadrukt de onderlinge afhankelijkheid tussen mens en milieu, maar ook de afhankelijkheid van de mens van regionale omstandigheden. Aan de ene kant behandelt het hoofdstuk de natuurlijke factoren, verschillende vormen van gebruik en hun effecten op het milieu, maar ook vormen van landbouw die minder afhankelijk willen worden van milieuomstandigheden. Aan de hand van voorbeelden herkennen de leerlingen de verbanden, factoren en onderlinge relaties tussen een economische sector en het milieu in de ruimte. Verder leren ze over de onderlinge relaties tussen de primaire en tertiaire sector door padafhankelijkheden te demonstreren, verwerkingsprocessen te laten zien en een directe dagelijkse referentie te creëren.
Doelen
Het doel van het hoofdstuk is dat de leerlingen zich bewust worden van de bepalende factoren van het agrarisch gebruik van gebieden in de Euregio Maas-Rijn en van de productie, het begrip regionaliteit leren kennen en aandacht hebben voor regionale producten, hun verdere verwerking en afzet. Daarbij moeten de leerlingen een directe relatie vaststellen tussen hun dagelijks leven en de primaire sector en het belang daarvan voor de relatie tussen mens en milieu.
Competenties
De volgende competenties worden bevorderd:
- de vaardigheid om de interacties tussen mens en omgeving in ruimtes van verschillende soorten en groottes te analyseren
- de kennis van geografisch/geowetenschappelijk relevante informatiebronnen, -vormen en -strategieën
- de vaardigheid om informatie te verwerven om geografische/geowetenschappelijke vraagstukken op te lossen
- de vaardigheid om informatie te evalueren om geografische/geowetenschappelijke vraagstukken op te lossen
Basisconcepten
De inhoud van hoofdstuk 4.1 moet worden gesitueerd op het menselijke en geografische niveau, vooral op het gebied van mens-milieu relaties. Het speelt zich voornamelijk af op regionaal niveau en heeft lokale componenten. Daarnaast komen de drie basisbegrippen functie, proces en structuur aan bod. Het eerste door het belang en de relevantie van de landbouw voor onze samenleving, maar ook de impact op de ruimte. Het tweede door te kijken naar de verwerking van producten en de ontwikkeling van de landbouw in de Euregio Maas-Rijn. De laatste door een structurele uitsplitsing van natuurlijke omstandigheden en verschillende vormen van agrarisch gebruik.
1. Randvoorwaarden voor landbouw in de Euregio Maas-Rijn
De Euregio Maas-Rijn is een agrarisch divers gebied. Hier wordt een grote verscheidenheid aan producten verbouwd en geproduceerd. Desondanks kan niet alles overal worden geproduceerd.
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Galerij: Typische, agrarische producten in de Euregio Maas-Rijn
Bodemgesteldheid en de invloed daarvan op de landbouw
Taalondersteuning bij element 4
Verklaring van woorden
Taalondersteuning bij element 4
Verklaring van woorden
Bodemgesteldheid
Opdracht
Landbouw en bodems
- Ontdek de verschillende bodemtypes in de EMR met behulp van de kaart hierboven. Plaats dan de woorden op de juiste plaats in de tekst.
- Leg in je eigen woorden en met verwijzing naar de bodemtypes van de EMR uit waarom op bepaalde plaatsen graan wordt verbouwd en op andere plaatsen aan bosbouw wordt gedaan.
Opdracht
Landbouw en bodems
- Ontdek de verschillende bodemtypes in de EMR met behulp van de kaart hierboven. Plaats dan de woorden op de juiste plaats in de tekst.
- Waarom wordt graan in de EMR vooral in het midden verbouwd en niet zo veel in het zuiden en noorden? Beantwoord de vraag en verwijs daarbij naar de inhoud van de tekst.
Opdracht
Landbouw en bodems
- Ontdek de bodemsoorten die in de EMR voorkomen met behulp van de bovenstaande kaart. Schrijf een zin over elk bodemtype, geef de naam en beschrijf in je eigen woorden de geschiktheid voor landbouw.
- Waarom worden bepaalde gebieden gekozen voor bepaalde soorten landbouw? Vergelijk de kaarten in de twee tabbladen hierboven en leg dan uit welke invloed bodemtypes op de landbouw hebben aan de hand van een voorbeeld van de kaart met het teeltgebied.
Natuurgebieden in de EMR
Taalondersteuning bij element 6
Verklaring van woorden
Taalondersteuning bij element 6
Verklaring van woorden
natuurgebieden
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Bij deze opdracht moeten de leerlingen eerst de niet al te eenvoudige infoteksten bij de clickpoints begrijpen. De toepassingen op de producten in de galerij variëren naar moeilijkheid in verschillende natuurgebieden. Haspengouw is bijzonder geschikt omdat de meeste producten er bij naam worden genoemd in de tekst.
Opdracht
Wat komt waar vandaan?
Selecteer een natuurgebied op de bovenstaande kaart met clickpoints. Lees dan de informatietekst over dit natuurgebied en beantwoord de volgende vragen met behulp van informatie uit het vorige hoofdstuk:
- Welke producten uit de galerij in Element 3 kunnen in jouw natuurgebied verbouwd/geproduceerd worden?
- Welke invloed hebben de bodems in jouw natuurgebied op de landbouw?
Opdracht
Wat komt waar vandaan?
Selecteer Haspengouw op de bovenstaande kaart met clickpoints en lees de informatietekst. Noem vervolgens de producten uit de galerij in element 3 die in Haspengouw kunnen worden verbouwd/geproduceerd.
Opdracht
Wat komt waar vandaan?
Selecteer een natuurgebied op de bovenstaande kaart met clickpoints. Lees dan de informatietekst over dit natuurgebied en beantwoord de volgende vragen met behulp van informatie uit het vorige hoofdstuk:
- Welke producten uit de galerij in Element 3 kunnen in jouw natuurgebied verbouwd/geproduceerd worden?
- Welke invloed hebben de bodems in jouw natuurgebied op de landbouw?
Bodemgesteldheid in het Belgische deel van de Euregio Maas-Rijn
De regio's die samen de Euregio Maas-Rijn (EMR) vormen, hebben soms heel uiteenlopende omstandigheden voor landbouw. Dit blijkt uit de oppervlaktestructuren, de bodemgesteldheid of zelfs de gebruikelijke weersomstandigheden. In de provincie Luik zijn er nauwelijks zandleemgronden of zandgronden. In de provincie Limburg (B) daarentegen zijn er geen heuvelachtige landschappen. Van de vruchtbare en productieve lössgronden in Midden-België bevindt zich slechts een klein deel in Limburg.
Niet alle verschillen zijn echter te wijten aan de milieuomstandigheden. In de Waalse delen van België bewerken boeren traditioneel grotere oppervlakten (44 ha/boerderij) dan in Vlaanderen (18 ha/boerderij). In Wallonië kent de "Grande Culture" een lange traditie met de teelt van granen, suikerbieten of oliehoudende planten (bijv. koolzaad en zonnebloemen) op grote landbouwgronden. In Vlaanderen daarentegen zijn kleinschalige landbouwbedrijven met zogenaamde speciale gewassen overheersend. In de EMR is dit verschil ook te zien tussen Vlaams-Limburg en de Waalse provincie Luik.
In de Euregio Maas-Rijn zijn er zeer uiteenlopende omstandigheden voor landbouw. In de provincie Luik is er nauwelijks zandgrond. In de provincie Limburg (B) daarentegen zijn er geen heuvelachtige landschappen. Van de vruchtbare en productieve lössgronden in Midden-België bevindt zich slechts een klein deel in Limburg.
Niet alle verschillen zijn echter te wijten aan de milieuomstandigheden. In het zuiden van België beschikken boerderijen traditioneel over grotere velden dan in Vlaanderen. Op grotere velden is het gemakkelijker om gewassen zoals granen, suikerbieten of koolzaad te telen, terwijl het voor kleinere boerderijen vaak rendabeler is om zich te concentreren op zogenaamde speciale gewassen (bijv. bloemen). Dit verschil is in de EMR ook te zien tussen Vlaams-Limburg (meer kleine boerderijen) en de Waalse provincie Luik (meer grote boerderijen).
§
© Digitale Lernwelten GmbH
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Taalondersteuning bij element 8
Verklaring van woorden
Taalondersteuning bij element 8
Verklaring van woorden
Oppervlaktestructuren: De vorm/look van de toplaag (oppervlak).
Weersomstandigheden: De toestand van het weer op een bepaald moment in een bepaald gebied.
Middelgebergte: Een gebergte dat een bepaalde maximale en minimale hoogte heeft.
productief: Het levert een goede oogst op
milieuomstandigheden: Een bepaalde toestand die door het milieu wordt teweeggebracht.
Speciale gewassen: Gewassen die niet overal kunnen worden verbouwd omdat ze speciale locatieomstandigheden vereisen en ook duurder en tijdrovender zijn om te produceren.
Weersomstandigheden en landbouw
De belangrijkste windrichtingen, neerslaghoeveelheden en klimatologische omstandigheden in de Euregio Maas-Rijn
Opdracht
Wind en neerslag
- De gemiddelde overheersende windrichting in de EMR is wind uit het noordwesten. Bepaal aan de hand van de bovenstaande kaart of er vandaag een typische of atypische wind waait in de EMR.
- Noem telkens één gemeenschappelijk kenmerk en één regionaal verschil op het vlak van neerslag in de EMR.
Opdracht
Wind en neerslag
- De gemiddelde overheersende windrichting in de EMR is wind uit het noordwesten. Bepaal aan de hand van de bovenstaande kaart of er vandaag een typische of atypische wind waait in de EMR.
- Noem telkens één gemeenschappelijk kenmerk en één regionaal verschil op het vlak van neerslag in de EMR.
- Beschrijf de neerslag binnen de EMR in een vergelijking op Europees niveau.
Opdracht
Wind en neerslag
- De gemiddelde overheersende windrichting in de EMR is wind uit het noordwesten. Bepaal aan de hand van de bovenstaande kaart of er vandaag een typische of atypische wind waait in de EMR.
- Schrijf twee zinnen over de neerslag in de EMR.
- Schrijf één zin over de neerslag binnen de EMR in het algemeen.
- Schrijf één zin over een verschil in neerslag binnen de EMR.
In hoofdstuk 2.4 kun je meer lezen over de weer- en klimaatomstandigheden.
Weersomstandigheden in regio’s met middelgebergten
De Euregio Maas-Rijn omvat in het zuiden delen van de Ardennen en de Eifel. In deze middelgebergten is meer dan 50% van het grondoppervlak bebost. Van de landbouwgrond in dit gebied is het grootste deel grasland (weiden en weilanden). Daarom is veeteelt hier heel gewoon. Het vrij ruwe klimaat (hogere windkrachten, lagere temperaturen) en de bodemgesteldheid zijn minder geschikt voor de teelt van granen of industriële gewassen (dit komt sporadisch voor in meer beschutte valleigebieden). Een voorbeeld: Van de ongeveer 1.500 boerderijen in de Ardennen was in 2020 zo'n 57% gespecialiseerd in veeteelt voor de vleesproductie. Zo’n 20% van de boerderijen combineert melk- en vleesproductie.
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Opdracht
Bodem, landschap en weersomstandigheden, en hun effecten op de landbouw
- Beschrijf de regio waar je woont op het vlak van klimaat en bodemgesteldheid. Gebruik daarvoor informatie uit het hoofdstuk en/of zoek zelf naar meer informatie.
- Zoek meer info op over een boerderij bij jou in de buurt (bijv. op de weekmarkt of op internet).
- Noem de producten die de boerderij verbouwt/produceert.
- Leg uit waarom deze producten typisch zijn voor jouw regio of waarom ze net atypisch zijn voor jouw regio.
- Verwijs in beide gevallen naar je antwoord in deel 1.
Tutorial: Operatoren
Opdracht
Bodem, landschap en weersomstandigheden, en hun effecten op de landbouw
- Beschrijf de regio waar je woont op het vlak van klimaat en bodemgesteldheid. Gebruik daarvoor informatie uit het hoofdstuk en/of zoek zelf meer informatie.
- Groepsopdracht: Bereid als klein groepje of klassikaal een interview voor met een boer uit jullie omgeving. Vraag hem/haar naar de producten die hij/zij verbouwt en waarom hij/zij voor deze producten heeft gekozen. Verwerk in je vragen de onderwerpen die tot nu toe in dit hoofdstuk aan bod zijn gekomen.
- Zoek een interviewpartner (bijvoorbeeld op de markt) en interview hem/haar.
Opdracht
Bodem, landschap en weersomstandigheden, en hun effecten op de landbouw
- Beschrijf de regio waar je woont op het vlak van klimaat en bodemgesteldheid. Gebruik daarvoor informatie uit het hoofdstuk en/of zoek zelf meer informatie.
- Noem een landbouwproduct waarvoor deze omstandigheden gunstig zijn of leg uit waarom jouw regio voor geen enkel landbouwproduct gunstige omstandigheden biedt.
§
Opdracht
Welke runderen?
Opdracht
Welke runderen?
Opdracht
Welke runderen?
- Beantwoord de onderstaande vragen.
- Zoek zelf het begrip ‘kudde zoogkoeien’ op en leg het in je eigen woorden uit.
Verdieping
Speciale gewassen in de Euregio Maas-Rijn
Verdieping
Speciale gewassen in de Euregio Maas-Rijn
Speciale gewassen zijn plantensoorten of -variëteiten die speciale behoeften hebben en doelgericht in de landbouw worden verbouwd. In tegenstelling tot de traditionele, primaire gewassen zoals granen, die op grote oppervlakten worden verbouwd, groeien speciale gewassen meestal op kleinere schaal. Ze hebben vaak zeer specifieke groeibehoeften en vereisen speciale omstandigheden om optimaal te gedijen. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de bodemgesteldheid, het klimaat, de irrigatie of de bescherming tegen plagen. Boeren moeten daarom beter intensiever bezig zijn met de teelt- en onderhoudsmethoden van deze gewassen.
§
Galerij: Speciale gewassen
De Romeinen kweekten al druiven in de Maasvallei en ze worden er nog steeds gekweekt. Wijnstokken zijn echter zeer veeleisende planten en daarom kunnen ze alleen in zeer specifieke gebieden worden gekweekt, of toch zeker als je lekkere druiven wil hebben. Ze hebben goede grond nodig, hellend terrein, voldoende zon en beschutte windomstandigheden. In de EMR zijn er maar enkele plekken waar de omstandigheden goed genoeg zijn om druiven te kweken.
§
Taalondersteuning bij element 16
Verklaring van woorden
Taalondersteuning bij element 16
Verklaring van woorden
kleinere schaal: betreft slechts een klein gebied.
groeibehoeften: bepaalde omstandigheden moeten aanwezig zijn opdat een plant kan groeien.
bodemgesteldheid: de samenstelling van de bodem.
plagen: dit zijn dieren of planten die de mens op een speciale manier schaden, ze beschadigen bijvoorbeeld gekweekt fruit.
Verdieping
Zelf het weer kiezen - Landbouw in serres
Verdieping
Zelf het weer kiezen - Landbouw in serres
2. Landbouwtoepassingen vergelijken
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Bij deze opdracht is het belangrijk dat leerlingen vanuit een geografisch perspectief leren kijken. Het volgende kunnen we vaststellen:
- Landoppervlakken in gebruik hebben regelmatige, hoekige of ronde, gebogen vormen.
- Landoppervlakken in gebruik hebben verschillende kleuren.
- Akkerranden zijn beplant met bomen en heggen of niet.
- Op de grondoppervlakken staan bomen/boomgroepen of niet.
- Bebouwde gebieden (huizen; boerderijen, enz.) zijn duidelijk of minder duidelijk gescheiden van de landbouwgronden.
Het onderzoeken van deze verschillende elementen in de foto's vormt de basis voor gefundeerde vragen over het type landbouwgebruik:
- Wijzen de regelmatige oppervlakken op gebruik als akkerland, weiland of bosbouw?
- Wijzen de verschillende kleuren op de teelt van verschillende gewassen zoals granen, wortelgewassen, peulvruchten of zelfs ook voedergewassen?
- Enz.
Opdracht
Verschillen in het gebruik van landbouwgrond
In de Euregio Maas-Rijn zijn er diverse vormen van agrarisch grondgebruik. In element 18 zie je drie voorbeelden: het gebied in het zuiden van Ostbelgien (St. Vith), Haspengouw (ten westen van Luik) en het Land van Herve.
- Beschrijf de verschillen tussen de gebieden op de drie foto’s (kleuren, vormen, wegen).
- Speculeer op basis van de respectieve beschrijvingen over het type gebruik (weiden voor veeteelt, akkerbouw, fruitteelt).
- Onderzoek informatie over de landbouw in de genoemde gebieden en vergelijk die met je speculaties.
Opdracht
Verschillen in het gebruik van landbouwgrond
In de Euregio Maas-Rijn zijn er diverse vormen van agrarisch grondgebruik. In element 18 zie je drie voorbeelden uit drie verschillende gebieden van de Euregio Maas-Rijn.
- Beschrijf de verschillen tussen de gebieden op de drie foto's (kleuren, vormen, wegen).
- Speculeer op basis van de respectieve beschrijvingen over het type gebruik:
- Wordt het land als weiland gebruikt om dieren te laten grazen, bijvoorbeeld voor runderen?
- Worden de akkers bewerkt, bijv. met tarwe?
- Is fruitteelt hier mogelijk?
- Zijn er ook andere vormen van gebruik, zoals bosbouw?
Landbouwgrond en geteelde gewassen in Ostbelgien
Landbouwgronden en gewassen | in hectare (ha) |
---|---|
Ostbelgien | 26.761 ha |
weiden en velden | 26.204 ha |
granen | 345 ha |
industriële gewassen | 8 ha |
voedergewassen | 138 ha |
pootaardappelen | 5 ha |
tafelaardappelen | 26 ha |
fruit | 1 ha |
andere planten | 34 ha |
INS/Brussel en Luik (1995).
Taalondersteuning bij element 19 & 20
Landbouwgronden en gewassen
Taalondersteuning bij element 19 & 20
Landbouwgronden en gewassen
Landbouwbedrijven in Ostbelgien
Veranderingen in landbouwbedrijven
Landbouwbedrijven in Ostbelgien
Veranderingen in landbouwbedrijven
Het aantal landbouwbedrijven in Ostbelgien is de laatste jaren sterk gedaald. In 1980 waren er nog 2.729 landbouwbedrijven. In 2008 waren er nog maar 835 en in 2021 slechts 596 bedrijven. (Bron voor de gegevens: https://ostbelgienstatistik.be/desktopdefault.aspx/tabid-3729/6734_read-38807/ [12.12.2022].)
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Leerlingen kunnen tot de volgende conclusies komen:
- Weergave van de informatie uit het overzicht:
- daling van het aantal boerderijen in het hele kanton St. Vith met ongeveer 28,5%.
- sterkste daling doet zich voor tussen 2008 en 2014
- trend blijft aanhouden: In 1980 waren er nog meer dan 4 keer zoveel boerderijen. - De afname van het aantal boerderijen betekent niet dat er minder aan landbouw wordt gedaan. Vaak verandert het type boerderij en de bedrijfsvoering. Beïnvloedende factoren zijn:
- grootte van de boerderij
- aantal werknemers per boerderij
- gebruik van technologie - Over de verandering in de landbouw:
- de oppervlakten van boerderijen worden groter: Informatie over Duitsland vind je hier: "Zo beheert 14% van alle boerderijen 62% van de totale oppervlakte landbouwgrond [...]."
- omschakeling naar biologische landbouw: Informatie hier: "Het aantal biologische boerderijen is met zo’n 9900 (+60%) toegenomen ten opzichte van 2010."
Opdracht
Minder boerderijen = minder landbouw?
- Leg de ontwikkeling van het aantal boerderijen in het zuiden van Ostbelgien uit met behulp van het overzicht "Boerderijen in Ostbelgien".
- Bespreek per twee mogelijke oorzaken voor de daling.
- Vraag je leerkracht naar de oorzaken voor de daling en noteer ze als een opsomming.
Opdracht
Minder boerderijen = minder landbouw?
- Geef de informatie in het overzicht "Boerderijen in Ostbelgien" weer in je eigen woorden.
- Zoek naar meer informatie over de verandering in landbouwbedrijven, bijvoorbeeld op het portaal voor statistieken van de Duitstalige Gemeenschap van België of bij het Statistisches Bundesamt.
- Beoordeel de informatie in het overzicht aan de hand van de vraag hoe de landbouw in Ostbelgien verandert.
Opdracht
Minder boerderijen = minder landbouw?
Bekijk de tabel in element 19 en beschrijf in je eigen woorden de ontwikkeling die wordt weergegeven door de cijfers.
Ostbelgien is een landbouwregio. Ongeveer een derde van het land wordt gebruikt voor landbouw. Dit omvat akkerbouw- en weidegrond, tuinbouwgrond en boomgaarden. Het gaat in totaal om iets minder dan 30.000 ha landbouwgrond. Bijna 90% van het gebied is grasland, dat voornamelijk voor veeteelt wordt gebruikt. Slechts iets meer dan 10% is akkergrond en zo’n 7,7% wordt gebruikt voor de teelt van voedergewassen.
Ostbelgien (en de hele EMR) wordt gekenmerkt door specifieke landbouwproducten die de regio een uniek karakter geven. De bekende producten van de regio worden ook weerspiegeld in de gerechten die vaak en natuurlijk ook graag in de regio worden gegeten.
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Galerij: regionale keuken met regionale producten
Info voor docenten
Biologische veeteelt
Info voor docenten
Biologische veeteelt
De volgende elementen zijn bedoeld om het verschil tussen de zogenaamde conventionele en biologische veehouderij te verduidelijken. De eerste stap is het herkennen van de criteria die het verschil duidelijk maken:
- effectiviteit (kwantiteit en kwaliteit) van verkoopbare producten
- gebruik van minerale meststoffen, industrieel geproduceerde pesticiden en medicijnen
- gesloten kringlooplandbouw
- verhouding tussen plantaardige en dierlijke productie (dieren per oppervlakte-eenheid)
- leefomstandigheden bij veehouderij
- enz.
De inhoud van het kader ‘Verdieping’ beschrijft een voorbeeld van een veranderde vorm van landbouw in Ostbelgien die criteria van biologische landbouw overneemt:
- respect voor dieren als levende wezens (omgang met oude kippen)
- diervriendelijke veehouderij aangepast aan de diersoort (dagelijkse uitloop op weiden)
- hoogwaardig voer
Rond deze criteria voor het houden van pluimvee zijn een klassikale discussie en verder onderzoek nuttig om de informatie te verdiepen: Wat zijn de vereisten voor een diervriendelijke houderij van pluimvee? Wat wordt precies bedoeld met hoogwaardig voer? Enz. Bij het verzamelen van aanvullende gegevens/informatie kunnen eventueel ook de boeren worden betrokken.
Definitie
Conventionele en biologische landbouw
Definitie
Conventionele en biologische landbouw
Wat betekent conventionele landbouw?
Bij conventionele landbouw staan hoge opbrengsten centraal. Dit betekent dat er naast natuurlijke meststoffen zoals mest ook kunstmest wordt gebruikt om planten zo snel mogelijk en in zo groot mogelijke aantallen te laten groeien. Daarbij worden dan ook bodems gebruikt die niet altijd ideaal zijn voor de teelt. Dat leidt echter tot het risico dat er meststoffen in het grondwater en dus in andere waterlichamen terechtkomen. Een beperkt aantal soorten worden meestal in een snelle rotatie verbouwd, zonder tussengewassen in de vruchtwisseling. Door je te specialiseren in één of enkele gewassen, hoef je minder materiaal aan te schaffen, maar is er ook een groter risico op plagen. In dat laatste geval worden vaak pesticiden gebruikt om de oogst veilig te stellen. Meestal worden grote landbouwmachines gebruikt om het veld te bewerken om arbeid en tijd te besparen, een zogenaamde mechanisatie die echter ook kan leiden tot bodemverdichting. Deze vorm van akkerbouw noemen we ook wel intensieve landbouw.
Conventionele landbouw streeft naar een zo groot mogelijke oogst en focust meestal op gewassen waar veel vraag naar is. Hier staan business en kapitaal op de voorgrond.
Wat betekent biologische landbouw?
Biologische landbouw richt zich op duurzame teelt in harmonie met de natuur. Dit betekent dat de bodem zoveel mogelijk beschermd, maar ook onderhouden moet worden. Er mogen alleen natuurlijke meststoffen worden ingezet en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, bijvoorbeeld voor ongediertebestrijding, is ook niet toegestaan. Voor een goede bodemvruchtbaarheid is het heel belangrijk om vruchtwisseling en meerdere fasen van groenbemesting aan te houden. Voor de teelt zijn ook grotere oppervlakken nodig. In de meeste gevallen wordt het land bewerkt met arbeid in plaats van met grote landbouwmachines, onder meer om de bodem minder te belasten. Deze vorm van verbouwen noemen we ook wel extensieve landbouw. Door de grotere inspanning stijgen de prijzen voor de meeste producten navenant, maar in sommige gevallen leidt dit ook tot een verhoging van de kwaliteit van de producten. De bovengenoemde maatregelen zijn bedoeld om de aantasting van de natuur zoveel mogelijk te beperken, zodat de landbouw nog steeds voedsel kan voorzien. In de supermarkt wordt voedsel uit de biologische landbouw meestal geëtiketteerd met een passend keurmerk zoals ‘Bio’.
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Galerij: belangrijke termen in de conventionele en biologische landbouw
Verklaring
Conventionele of biologische veehouderij
Verklaring
Conventionele of biologische veehouderij
De veeteelt begint op het veld. Naast het leveren van voedsel voor de mens is het namelijk ook belangrijk voor de productie van voer voor boerderijdieren. Naast akkerland wordt ook veel blijvend grasland gebruikt. Naast directe begrazing, d.w.z. begrazing voor dieren ter plekke, wordt er ook hooi of kuilvoer geproduceerd. Kuilvoer of silage is luchtdicht ingepakt gras, dat duurzaam wordt gemaakt voor de wintermaanden door fermentatie.
De meeste boerderijdieren in de Euregio Maas-Rijn zijn varkens, kippen en runderen. Aan de ene kant worden deze als mestdieren gefokt. Dit betekent dat ze worden geslacht en dat het vlees wordt verwerkt of verkocht. Aan de andere kant worden kippen ook gehouden voor de eierproductie en runderen - of beter gezegd koeien - voor de melkproductie. Schapen en geiten worden ook gehouden voor vlees, wol en melk.
Ook bij de veehouderij zijn er verschillende manieren om aan landbouw te doen. Terwijl de conventionele landbouw ook hier economisch succes als hoofddoel heeft, probeert de biologische landbouw meer aandacht te besteden aan dierenwelzijn en milieubescherming.
In de conventionele landbouw wordt daarom vaak gesproken over intensieve veehouderij. Dieren worden meestal in kleine ruimten gezet om minder land te gebruiken of om meer dieren te kunnen houden. Ziekten kunnen zich veel sneller verspreiden en daarom worden medicijnen zoals antibiotica vaak uit voorzorg door het voer gemengd. Voor de melkproductie worden bijvoorbeeld vaak grote melkmachines gebruikt, zodat ook hiervoor maar een klein aantal werknemers nodig is. Het voer voor de dieren wordt meestal extern gekocht en komt zelden van eigen teelt, omdat ook hier vaak sprake is van pure specialisatie, bijvoorbeeld in de melkveehouderij.
In de biologische landbouw ligt de nadruk meer op een gesloten kringloop. Hierbij produceert de boerderij meestal zelf het voer door middel van biologische landbouw. Er mag maar een klein aantal dieren per oppervlakte-eenheid worden gehouden, zodat uitloop kan worden voorzien. Zo voeden koeien zich in de zomermaanden direct van de weilanden en krijgen ze het hooi of kuilvoer dat in de zomer is klaargemaakt pas in de wintermaanden op stal. De dierlijke mest wordt direct op de eigen akkers verspreid om de vruchtbaarheid van de bodem te bevorderen voor een betere akkerbouw.
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Taalondersteuning voor element 27
Verklaring van woorden
Taalondersteuning voor element 27
Verklaring van woorden
Info voor docenten
Aanvullend materiaal: Rapport van de BRF over de geitenhouderij in Kettenis.
Info voor docenten
Aanvullend materiaal: Rapport van de BRF over de geitenhouderij in Kettenis.
De boerderij in Kettenis past een concept toe dat in veel regio's met meer regionale wortels en productiemethoden kan worden waargenomen:
- nauwe band tussen mens en dier
- productie met regionaal voer en andere grondstoffen
- combinatie van verschillende aanbiedingen die de klanten direct aanspreken: kaas- en melkproductie, regionale en directe verkoop (boerderijwinkel), gastronomie, speelaanbod voor kinderen, enz.
3. Regionale verkoop van landbouwproducten
Sinds 2013 worden de landbouwproducten van Ostbelgien ook op de markt gebracht onder het merk ‘Made in Ostbelgien’. Aspecten zoals regionaliteit en regionale smaak, duurzaamheid evenals milieubescherming, gezondheid en levensstijl spelen een belangrijke rol. Het label ‘Made in Ostbelgien’ is ook bedoeld om de zichtbaarheid van de regio te vergroten en om de mogelijkheden voor de verkoop van haar producten in de omgeving, maar ook internationaal, te vergroten. In 2021 hadden ongeveer 30 producenten en partners uit de voedingssector hun krachten gebundeld onder het label. Bijna 100 producten hebben dit label gekregen.
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Galerij: Made in Ostbelgien
Taalondersteuning bij element 28 & 29
Verklaring van woorden
Taalondersteuning bij element 28 & 29
Verklaring van woorden
merk: een merk bestaat uit symbolen, tekens, termen, ontwerpen of een combinatie daarvan. Deze identificeren de producten van een bedrijf. Zo kan je ze van andere producten onderscheiden.
op de markt brengen: een product aanbieden, er reclame voor maken.
klimaatneutraliteit: menselijke activiteit die geen invloed heeft op het klimaat.
Fairtrade: staat voor gecontroleerde handel waarbij de producent onder andere een bepaald minimumloon ontvangt. Dit wordt gecontroleerd door een Fairtrade-organisatie.
4. Andere regio, andere landbouw: het Land van Vesder en Maas
Het Land van Vesder en Maas of het Land van Herve ligt in het midden van de Euregio Maas-Rijn en in het noordoostelijke deel van de provincie Luik. Het is een middelhoge vlakte die in het westen en zuiden begrensd wordt door de rivieren de Maas en de Vesder. Er lopen talloze kleinere beekjes en rivieren (bijvoorbeeld zijrivieren van de Weser) door het land. Het Land van Herve is een heuvelachtig, groen landschap. De landbouwgrond wordt afgewisseld met kleinere bosgebieden en wordt herhaaldelijk door heggen en holle wegen begrensd. Dit landschap is meer typerend voor West-Europese gebieden in Schotland of Ierland.
De heggen die kenmerkend zijn voor het Land van Vesder en Maas bestaan al heel lang. Toen ze in de 16e, 17e en 18e eeuw werden geplant, dienden ze om de weidegebieden af te bakenen en de dieren op de weiden te houden. Er werden verschillende soorten geplant, zoals de sleedoorn, hazelaar en haagbeuk. De heggen dienden ook om bodemerosie tegen te gaan en om de waardevolle bovenste grondlagen te behouden.
De dichte afwisseling van boomgaarden, heggen, bos en weiland biedt een ideale habitat voor veel dieren: vogels, insecten, kleine reptielen, muizen, enz. De levenscycli van planten en diersoorten grijpen in elkaar: dode weiden bieden nest- en schuilplaatsen voor vogels die zich voeden met insecten, enz.
Citaten uit: https://cpdt.wallonie.be/sites/default/files/pdf/02-entre-vesdre-et-meuse_0.pdf [25.11.2022], S. 31.
Land van Herve of het gebied tussen Vesder en Maas?
Het Land van Herve, Pays de Herve (Fr.) of ook Herver Land (Duits) verwijst naar 'het gebied rond de stad Herve'. Het is een cultuurlandschap dat geografisch kan worden beschreven en afgebakend: het ligt tussen de Vesder en de Maas, op de grens van Duitsland en Nederland, enz.
Mensen hebben soms heel verschillende indrukken van de gebieden waarin ze wonen of die bij hun regio/land horen. Dit geldt ook voor het gebied tussen de Vesder en de Maas. Soms wordt het heel anders weergegeven op kaarten, bijvoorbeeld met verschillende grenslijnen.
Dit is wat mensen uit de Euregio Maas-Rijn zeggen over het Land van Vesder en Maas:
- "De Vesder betekent niet veel voor de mensen uit Blegny, de Vesder wordt meer geassocieerd met Verviers, dat niet op zijn natuurlijke loop ligt. De rivier gaat eerder richting Visé en Luik."
- "Het Land van Vesder en Maas is te uitgestrekt, het is een niemandsland."
- "Je veralgemeent te veel met de term Land van Vesder en Maas (...) mij zegt het helemaal niets."
- "Er zijn veel verschillende identiteiten. Er zijn veel verschillen in taal, cultuur en volksgebruiken."
Citaten uit: https://cpdt.wallonie.be/sites/default/files/pdf/02-entre-vesdre-et-meuse_0.pdf [25.11.2022], S. 31.
§
© Digitale Lernwelten GmbH
§
© Digitale Lernwelten GmbH
§
© Digitale Lernwelten GmbH
De "Bocage" – typisch coulisselandschap van het Land van Herve
Heggen, koeien, weiden en boomgaarden - deze beelden zijn typerend voor grote delen van het Land van Herve. Dit heggenlandschap wordt in het Frans ‘bocage’ genoemd. Deze ‘bocage’ bestaat uit kleine landbouweenheden omringd door heggen en struiken en quasi aaneengesloten rijen van wilde bomen, struiken of fruitbomen. Deze vegetatie vormt niet alleen een natuurlijke begrenzing van de landbouwgrond, maar is ook een belangrijke habitat voor insecten, vogels en kleine zoogdieren. Daardoor speelt de bocage een belangrijke rol in het behoud van de ecologische biodiversiteit.
Daarom steunt het Europese landbouwbeleid boeren die milieuvriendelijke maatregelen nemen. Deze omvatten het behoud van bomen en heggen, de aanleg van bloemenstroken, het natuurlijke beheer van weiden, de aanleg en het onderhoud van vijvers, het behoud van hoogstamboomgaarden en plaatselijke veerassen.
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Galerij: Bocage in het Land van Herve
Info
Milieumaatregelen in de landbouw (AUM)
Info
Milieumaatregelen in de landbouw (AUM)
Vanaf 1985 begon het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid de invloed van landbouwintensivering op het milieu aan te pakken. De milieumaatregelen werden halverwege de jaren 90 ontwikkeld en waren succesvol vanaf de jaren 2000. Tegenwoordig staan ze bekend als ‘Mesures Agro-environnementales et Climatiques’ (Agromilieu- en Klimaatmaatregelen). Deze ‘MAEC’ zijn financiële compensaties die worden gegeven aan boeren die zich inzetten voor milieuvriendelijke praktijken. Deze omvatten het behoud van bomen en heggen, de aanleg van bloemenstroken, het natuurlijke beheer van weiden, de aanleg en het onderhoud van vijvers, het behoud van hoogstamboomgaarden, het houden van lokale dierenrassen ...
§
© Digitale Lernwelten GmbH
Info voor docenten
Link naar aanvullend materiaal over het Land van Herve
Info voor docenten
Link naar aanvullend materiaal over het Land van Herve
Een Franstalige pdf-brochure van 60 pagina's over het Land van Herve en zijn bijzondere landschappen kun je downloaden op deze pagina. De brochure heet “Comprendre, savourer, protéger les paysages du Pays de Herve” (2019) en bevat tal van mooie illustraties van onder andere de 'bocage'.
Info voor docenten
Oplossing voor de interactieve afbeelding in de volgende opdracht
Info voor docenten
Oplossing voor de interactieve afbeelding in de volgende opdracht
Opdracht
Een landschap onderzoeken: Voorbeeld Land van Vesder en Maas
Een landschapsfoto met een weids panorama is een goede manier om de typische kenmerken van dit landschap te onderzoeken. De foto hieronder toont het gebied van Vesder en Maas, of ook wel het Land van Herve genoemd. Het verschilt sterk van andere regio's in de Euregio Maas-Rijn.
- Beschrijf je eerste indruk van het reliëf van het gebied van Vesder en Maas aan de hand van onderstaande foto.
- Welke kleur overheerst op de foto? Waar komt die vandaan?
- Klik op de volgende kenmerken op de foto: weiland, afgelegen boerderij, bessenplantage, weg, bosgebied.
Interactieve afbeelding: Zoek de kenmerken
Galerij: Producten uit het Land van Herve
Info voor docenten
Aanvullend materiaal over Belgische specialiteiten in de gastronomie
Info voor docenten
Aanvullend materiaal over Belgische specialiteiten in de gastronomie
In de podcast "Bonjour Wallonie – Südbelgien entdecken" bespreken ze ook het eten en de bekende landbouwproducten van de regio. Luister eens naar deze aflevering.
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Leerlingen kunnen de volgende informatie en inzichten opnemen in hun audioverslag:
Klimaat/weer:
- ligt dicht bij de Noordzee en de Atlantische Oceaan --> ca. 75% van de weersomstandigheden wordt bepaald door de zee.
- veelal geen extreme klimaatschommelingen in temperaturen en neerslag
- zelden droogte, neerslag is gelijkmatiger verdeeld over de maanden van het jaar dan in andere gebieden in Midden-Europa
Bodem:
- klei- en voedselrijke (löss)gronden (meer in het noordwesten van de EMR: geschikt voor gewassen in de grootschalige landbouw, bijv. granen)
- kalkrijke bodems (meer in het zuidoosten van de EMR: weidebouw)
- lichte (löss)gronden (Jülicher en Zülpicher Börde: akkerland voor tarwe en suikerbieten)
- grijze aarde (Kempenland/Campine: zandige, voedselarme bodems: nauwelijks akkerbouw, in plaats daarvan heide en dennenbossen).
Specifieke kenmerken van de boerderijen:
- afnemend aantal landbouwbedrijven (E 26)
- toenemende diversiteit van productiemethoden, producten en klantenrelaties (diversificatie)
- toenemende verspreiding van (ook individuele) methoden en criteria van biologische landbouw (gesloten landbouwkringlopen, evenwichtige verhouding voer/dier, minder/geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en minerale meststoffen)
Producten en hun speciale kenmerken
- Concrete voorbeelden worden verschillende keren genoemd, vooral met betrekking tot de vorige criteria: omgang met oudere graanvariëteiten, boerderijen met diervriendelijke veehouderij (kippen, geiten, zie E 30 en E 31)
Verkoop/Marketing
- Steeds meer directe verkoop/marketing
- Zo’n 100 producten hebben het regionale label "Made in Ostbelgien" (E 34)
- Fairtrade-initiatieven
Opdracht
Samenvatting: Wat was belangrijk?
- Maak in groep een audioverslag over de landbouw in de Euregio Maas-Rijn.
Bespreek daarbij de volgende punten:- Bodem- en weersomstandigheden
- Specifieke kenmerken van de boerderijen
- Producten en hun speciale kenmerken
- Verkoop/Marketing
- Gebruik de volgende tool om je audioverslag te maken: https://vocaroo.com/.