Als je iets maakt, moet je positieverhoudingen van dingen in de ruimte, processen en structuren weergeven en daarbij vaktermen gebruiken. De weergave mag grafisch zijn (zoals een schets of tekening). Zo kan je bijv. een diagram, een schets, een mindmap of een stroomdiagram gebruiken.
Meer informatie vind je in het overzicht 'Operatoren en vereisten'.