Algemene opmerkingen over de methoden
In tegenstelling tot de inhoudelijke hoofdstukken, die een narratieve structuur hebben, zijn de hoofdstukken over methoden progressief opgebouwd. De complexiteit neemt dus toe naarmate het hoofdstuk vordert. Afhankelijk van de leergroep is het zinvol om via het mini-menu (direct onder de hoofdstuktitel in de navigatiebalk) naar het relevante deel van het methodenhoofdstuk te springen. De leerlingen leren verschillende tabellen en hun structuur kennen. Ze leren de informatie in de tabellen lezen, begrijpen en verwerken. Aan het einde van het hoofdstuk is er een praktisch gedeelte waarin de leerlingen een tabel tekenen en waarden in deze tabel invullen.
Tabellen zijn middelen ter illustratie en informatiedragers voor de aardrijkskundelessen. Ze bevatten belangrijke informatie die gelezen, geëvalueerd en geïnterpreteerd moet worden om conclusies te kunnen trekken over bepaalde ontwikkelingen. Tabellen worden gebruikt om getallen en andere informatie duidelijk te presenteren. Het lezen van een tabel stelt de lezer in staat om de informatie relatief snel te filteren, te begrijpen en verder te verwerken. Het interpreteren van een tabel is een belangrijke werktechniek voor het vak aardrijkskunde. Tabellen worden steeds vaker gebruikt in de les aardrijkskunde: tabellen met klimaatgegevens, bevolkingsontwikkeling, toeristische cijfers, tijdzones, vegetatiezones, klimaatzones, ...
Doelstellingen en competenties
In dit hoofdstuk werken leerlingen intensief met tabellen. Ze leren tabellen te lezen, er informatie uit te halen en ze te analyseren. Verder in het hoofdstuk leren ze hun eigen tabellen te maken, zowel digitaal als analoog.
De doelen en competenties in dit hoofdstuk zijn het leren omgaan met tabellen en hun functies. Verder leren de leerlingen informatie uit de tabellen te halen en ze te verwerken. Ze maken tabellen volgens concrete instructies, waarin ze de opgegeven waarden invoeren.
In dit hoofdstuk komen de leerlingen meer te weten over de verschillende manieren om tabellen te presenteren. Ze leren over de opbouw en de structuur van een tabel. Verder in het hoofdstuk leren ze de verschillende stappen: hoe je een tabel leest en deze interpreteert. Ze leren geografisch relevante informatie uit tabellen te halen en ze in een thematische context te plaatsen. Ze leren ook hoe ze klimaatgegevens in tabellen kunnen invoeren.
Structuur van het hoofdstuk
Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd:
Ze leren over het belang van tabellen voor het vak aardrijkskunde. In de galerij krijgen de leerlingen verschillende tabellen te zien die steeds weer terugkomen in de aardrijkskundelessen. De galerij toont een tabel met klimaatgegevens, een getijdenkalender, een vergelijking van de deelstaten en hun hoofdsteden evenals de weergave van het gebied in vergelijking met de bevolking van de EMR. Deze voorbeelden laten zien hoe informatie in een tabel kan worden gepresenteerd. Vervolgens leren ze hoe een tabel is opgebouwd, hoe ze informatie uit een dienstregeling kunnen halen die uit een tabel bestaat en uiteindelijk plannen ze een uitstap. Daarna tekenen de leerlingen een tabel met klimaatgegevens volgens concrete instructies. Zo passen ze toe wat ze in dit hoofdstuk hebben geleerd. Omdat dit platform in de hoofdstukken ook verschillende tabellen gebruikt om waarden en cijfers weer te geven, krijgen de leerlingen als opdracht de tabellen op dit platform te zoeken.