Figuren en grafieken geven belangrijke informatie grafisch weer. Ze tonen verbanden of ontwikkelingen op een duidelijke, eenvoudige en begrijpelijke manier. In dit hoofdstuk leer je wat een figuur is, wat het betekent voor de aardrijkskundeles en hoe het eruitziet. Je leert ook hoe je figuren moet lezen. Dit is belangrijk omdat je alleen zo de informatie, de verbanden en de voorstellingen kunt begrijpen. Je zult ook leren om je eigen figuren te maken aan de hand van verschillende toepassingen en hulpmiddelen.
5.5 Werken met figuren en grafieken
Info voor docenten
Overzicht (didactische toegang, doelen, competenties)
Info voor docenten
Overzicht (didactische toegang, doelen, competenties)
Algemene opmerkingen over de hoofdstukken methodologie
In tegenstelling tot de inhoudelijke hoofdstukken, die een narratieve structuur hebben, zijn de hoofdstukken over methoden progressief opgebouwd. De complexiteit neemt dus toe naarmate het hoofdstuk vordert. Afhankelijk van de leergroep is het zinvol om via het mini-menu (direct onder de hoofdstuktitel in de navigatiebalk) naar het relevante deel van het methodenhoofdstuk te springen.
Algemene opmerkingen over het hoofdstuk
Figuren en grafieken staan centraal in dit hoofdstuk. De leerlingen leren eerst wat figuren zijn, wat ze betekenen voor de aardrijkskundeles en hoe ze eruit zien. Ze leren methoden om figuren stap voor stap te lezen en er informatie uit te halen om een context beter te begrijpen. Ze leren ook hoe ze de verkregen informatie verder kunnen verwerken. Daarnaast krijgen ze verschillende methoden en toepassingen aangeboden om zelf figuren te maken.
Doelstellingen en competenties
De doelstellingen en competenties in dit hoofdstuk zijn het begrijpen van de structuur van figuren, grafieken en diagrammen. Alleen dan zijn de leerlingen in staat om er geografisch relevante informatie uit te halen en die verder te verwerken. Ze leren figuren, grafieken en diagrammen te analyseren en te interpreteren in het kader van een bepaalde vraag. Ze leren figuren, grafieken en diagrammen te beschrijven en er informatie uit te halen. Ze leren ook hoe een figuur is opgebouwd aan de hand van concrete voorbeelden. Ze gaan dan zelf aan de slag en ontwerpen hun eigen figuur met een digitale tool. Naast hun methodologische vaardigheden wordt ook hun mediavaardigheden getraind en geoefend.Â
Structuur van het hoofdstuk
Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd:
leerlingen krijgen eerst verschillende figuren, grafieken en diagrammen te zien en leren over het belang ervan voor de aardrijkskundeles. Aan het begin van het hoofdstuk krijgen de leerlingen de opdracht om de figuren, grafieken en diagrammen in het boek te zoeken. Dit traint hun oog voor figuren, grafieken en diagrammen.
Verder in het hoofdstuk leren de leerlingen dat een figuur uit verschillende elementen bestaat, zoals tekst, afbeeldingen, tekeningen, grafieken, pictogrammen en legenda. Het lezen en analyseren volgt dan in de volgende stap.
De leerlingen passen wat ze al geleerd hebben toe op concrete opdrachten met verschillende moeilijkheidsgraden.
Aan het einde van het hoofdstuk leren de leerlingen hoe ze hun eigen figuur kunnen maken en dienen ze zelf aan de slag te gaan. Naast de verschillende methoden krijgen ze ook digitale tools waarmee ze gemakkelijk hun eigen figuren kunnen maken. Naast de methoden trainen ze ook doelgericht hun mediavaardigheden.
1. Zo ziet een figuur eruit
Eenfiguur bestaat uit korte teksten, beelden, tekeningen, diagrammen, pictogrammen en bevat vaak een legenda ter verklaring. Een figuur heeft een titel, die informatie geeft over het onderwerp. Daarnaast heeft het ook vaak een bronvermelding, die aangeeft waar de getoonde en gebruikte gegevens in de figuur vandaan komen.Â
Als de broninformatie (auteur, vindplaats) in dit boek niet zichtbaar is op de figuur zelf, vind je die altijd rechtsonder in de betreffende figuur achter het '§'-symbool.
Bovendien hebben figuren, grafieken en diagrammen vaak geen bepaalde leesrichting, zodat je ze van verschillende kanten kunt analyseren.
Galerij: Verschillende figuren
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
De leerlingen passen aan de hand van drie voorbeelden toe wat ze al geleerd hebben.
Ze analyseren drie figuren en gaan na welke typische elementen ze bevatten.Â
Figuur 1: Licht en bevolkingsdichtheid: Beeld aarde bij nacht, cijfers en informatie in korte vorm, gebruik van verschillende kleuren, trefwoorden zoals: meeteenheid, achtergronden, recordwaarde.
Figuur 2: Het pad van een smartphone: Pictogrammen winkelwagentje, hersenen - ontwikkeling, goudstaven - winning van grondstoffen, vuilnisbak - sloop, lopende band - productie, fabriek - verwerking, stippelpijltjes die de richting aangeven, betreffende landen in kleur gemarkeerd, nummering.
Figuur 3: Import & Export: Jaar 2021 - Belgische vlag in het midden, onderscheid import links, export rechts, pijlen wijzen van de vlaggen van de importerende landen naar de Belgische vlag, percentages in pijlen, export van België naar de landen aangegeven met vlaggen, percentages in pijlen.
Opdracht
Ben je een professional?
Onderzoek de typische elementen van figuren aan de hand van de volgende voorbeelden in dit boek met behulp van de informatie in de bijschriften van element 2:Â
2. Zo evalueer je figuren, grafieken en diagrammen
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Grafiek: De opbouw van de aardeÂ
Opdracht
Figuur analyseren
- Analyseer de figuur in element 5 met behulp van de onderstaande instructies.
- Sla je antwoorden op via de optie die je hiervoor krijgt aan het einde van de onderstaande analyse.
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
Info voor docenten
Over de volgende opdracht
De leerlingen beschrijven een figuur en leren de gepresenteerde informatie te begrijpen. Via de instructies in element 8 worden ze door de figuur geleid, zodat ze de informatie stap voor stap kunnen verwerken.
Om het proces van het beschrijven van een figuur te verduidelijken, geven we hen een voorbeeld.
1. Figuur beschrijven:
Het onderwerp van de figuur is: Topregio in Europa. De gebruikte gegevens komen uit de periode 2015-2017.
De Euregio Maas-Rijn en Interreg worden als auteurs van deze figuur vermeld. De figuur toont de gebieden vrije tijd, innovatie, werk, grensoverschrijdende samenwerking, Europa en interessante weetjes. De informatie over Interreg wordt in het blauw weergegeven en die over de Euregio Maas-Rijn in het rood. Het gebied vrije tijd is onderverdeeld in: overnachtingen, Michelinsterren, festivals, kunstbeurs, wellness en musea. Hierbij valt op dat het toeristische aanbod groot is. Zo zijn er meer dan 100 festivals in de regio en daarnaast ook nog eens de grootste kunstbeurs. De grensoverschrijdende samenwerking en de verschillende acties vallen meteen op. Zo is de ticketverkoop van het grensoverschrijdend openbaar vervoer hoog: er worden jaarlijks 20.000 kaartjes verkocht. De spoedeisende zorg staat op 1.300 gevallen per jaar. 122 km aan fietspaden brengen fietsers door drie landen. Uit de figuur blijkt duidelijk dat onderwijs erg belangrijk is en dat de universiteiten nauw samenwerken met studenten en hogescholen in beide regio's. De Europese gedachte wordt ook duidelijk weergegeven in deze figuur: Karelsprijs van Aken, Karel de Grote = Vader van Europa, drie talen plus regionale talen, Verdrag van Maastricht, 3 landen, kruising van Germaanse en Romaanse culturen.
 2. Tekst formuleren:
De Euregio Maas-Rijn – een topregio in Europa:
De Euregio Maas-Rijn is een topregio in Europa. Dit blijkt heel duidelijk uit de grensoverschrijdende samenwerking. De regio's ondersteunen elkaar bij noodhulp, bij de uitbreiding van het openbaar vervoer en het fietsnetwerk. De focus ligt op samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en studenten.
Opdracht
Figuur beschrijven
Deze figuur toont verschillende subthema’s van de topregio in Europa.
- Bekijk de figuur in stilte en kies een subthema van de figuur.
- Beschrijf de figuur aan de hand van de criteria uit element 6.
- Vrije tijd: overnachtingen – Michelinsterren – festivals – wellness – grootste kunstbeurs ter wereld – musea
- Innovatie: universiteiten - hogescholen - studenten
- Werk: BBP - ondernemingen
- Europa: 3 landen – Verdrag van Maastricht, Karel de Grote – Vader van Europa – Kruispunt van Germaanse en Romaanse culturen – Karelsprijs van Aken – 3 talen en streektaal
- natuurgebieden – luchthavens – inwoners – oppervlakte
- Formuleer op basis van je opgedane kennis een korte tekst met de titel: De Euregio Maas-Rijn – een topregio in Europa.
Opdracht
Beschrijf deze figuur!
- Beschrijf de figuur aan de hand van de criteria uit element 6.
- Formuleer op basis van je opgedane kennis een korte tekst met de titel: De Euregio Maas-Rijn – een topregio in Europa.
3. Zo maak je een figuur
Galerij: Hoe maak je een figuur van een tekstÂ
Op school gebruik je figuren bijvoorbeeld als je de inhoud van een informatieve tekst duidelijk wilt weergeven in een presentatie voor je medeleerlingen. Zoals je al gezien hebt, bestaat een figuur uit verschillende elementen: beelden, tekeningen, pictogrammen, diagrammen, kleine teksten en legenda's. Het doel is om de informatie uit een informatieve tekst te presenteren met behulp van de bovengenoemde elementen.
Zo maak je jouw figuur:
- lees de tekst en markeer de belangrijkste informatie in de tekst en schrijf deze op.
- Kies een titel voor je figuur.
- Selecteer afzonderlijke elementen voor je figuur: diagrammen, beelden, pictogrammen, legenda's, pijlen.
- Als je diagrammen in je figuur opneemt, zorg er dan voor dat je het publicatiejaar en de bron vermeldt.
- Beschrijf de afzonderlijke onderdelen en maak een legenda waarin verdere structurele kenmerken zoals kleuren, vormen en categorieën worden uitgelegd.
- Een legenda met uitleg over de symbolen is zeer belangrijk omdat het de figuur gemakkelijker te begrijpen maakt.
Info
Figuur maken: analoge en digitale mogelijkheden
Info
Figuur maken: analoge en digitale mogelijkheden
Analoge figuur
Bij het maken van een figuur op de analoge manier is het belangrijk om de informatie die je in je figuur wilt presenteren te visualiseren. Hier kun je je eigen tekeningen, beelden, pictogrammen en diagrammen gebruiken.
Tools en toepassingen
Het maken van een digitale figuur is heel eenvoudig als je het gewoon bent om te werken met een pc, notebook of iPad. Hier zijn verschillende tools en browsergebaseerde toepassingen die je zeer goed kan gebruiken:
- Goodnotes: Met Goodnotes kun je heel eenvoudig figuren maken. Naast de verschillende tekenfuncties kan je hiermee ook beelden, foto's en teksten invoeren. Zo kan je heel eenvoudig figuren maken.
- Pages: Met Pages kun je ook heel gemakkelijk figuren maken. Open Pages op je iPad en maak een leeg document aan. Bovenaan het tabblad vind je verschillende functies die je kunt gebruiken. Met het teken van een dikke penseel kun je het lettertype, de lettergrootte en de lijndikte aanpassen. Met het plusteken kun je foto's, afbeeldingen of teksten uit je bestanden invoegen. Je hebt ook de mogelijkheid om zelf tekeningen in je figuur in te voegen met de Apple Pencil.
- PowerPoint: Met PowerPoint kun je ook heel eenvoudig figuren maken voor presentaties. Open PowerPoint en maak een nieuwe presentatie. Bovenaan het tabblad vind je verschillende functies die je kunt gebruiken om figuren te maken: afbeeldingen, screenshots, fotoalbum, 3D-grafieken, pictogrammen, diagrammen, vormen, Smart Art en tekstvelden. Met deze verschillende functies en gereedschappen kun je individuele figuren maken.
Opdracht
Maak je eigen figuur
Maak je eigen figuur voor de volgende informatieve tekst. Gebruik daarvoor de checklist uit element 9.
Upload je figuur hier op het einde.
De atmosfeer kan worden gezien als een omhulsel van lucht dat onze hele aarde omringt. De atmosfeer bestaat voornamelijk uit de gassen stikstof en zuurstof.Â
Ze begint direct aan het aardoppervlak en eindigt op een hoogte van zo’n 1000 kilometer, dus nog veel hoger dan de hoogte waarop vliegtuigen vliegen. De hoogste laag van de atmosfeer noemen we de exosfeer. Het is echter niet mogelijk voor mensen om in de exosfeer te overleven zonder bijvoorbeeld ruimtepakken. De temperaturen zijn er te warm of te koud.Â
Levensvriendelijke omstandigheden zijn alleen te vinden in de onderste laag van de atmosfeer, de troposfeer. Deze is tot 17 kilometer hoog in de tropen en 7 kilometer aan de polen. De troposfeer staat centraal in dit hoofdstuk. In deze laag vinden de weers- en klimaatgebeurtenissen op onze aarde plaats.