5.2 Geografische informatiesystemen (GIS)

Anmelden
§

© Digitale Lernwelten GmbH

Arrc

De layers van een geografisch informatiesysteem (GIS)

Op welk niveau wilt u het hoofdstuk uitwerken?

5.2 Geografische informatiesystemen (GIS)

1

"Wat is de snelste weg naar huis?" Het antwoord ligt voor de hand: de locatie op de smartphone wordt geactiveerd, een zoekmachine wordt geraadpleegd, een kaartendienst wordt opgeroepen. Je krijgt meteen veel informatie: verschillende routes worden weergegeven, je kunt kiezen tussen wandel-, fiets- en autoroutes of voor het openbaar vervoer. Dienstregelingen krijg je ook te zien. File-informatie wordt opgenomen op de kaart en natuurlijk staat ook je huidige locatie erop. Dit wordt mogelijk gemaakt door talloze gegevens te koppelen op een digitale kaart - met behulp van een Geografisch Informatiesysteem (GIS) om precies te zijn.

GIS-toepassingen kunnen nog veel meer dan je gewoon van punt A naar B brengen! In dit hoofdstuk leer je meer over de mogelijkheden van deze toepassingen en hoe je ze zelf kunt gebruiken. Aan de hand van enkele voorbeelden zul je ook zien hoe GIS-toepassingen worden gebruikt in de Euregio Maas-Rijn. 

Info voor docenten

Overzicht (didactische toegang, doelen, competenties)

Algemene opmerkingen over de methoden

In tegenstelling tot de inhoudelijke hoofdstukken, die een narratieve structuur hebben, zijn de hoofdstukken over methoden progressief opgebouwd. De complexiteit neemt dus toe naarmate het hoofdstuk vordert. Afhankelijk van de leergroep is het zinvol om via het mini-menu (direct onder de hoofdstuktitel in de navigatiebalk) naar het relevante deel van het methodenhoofdstuk te springen.

Algemene opmerkingen over het hoofdstuk

In hun dagelijks leven gebruiken leerlingen verschillende digitale kaartdiensten op een intuïtieve en vanzelfsprekende manier. Dit hoofdstuk wil voortbouwen op deze vaardigheden en de blik verruimen naar de vele mogelijke toepassingen van geografische informatiesystemen. Tegenwoordig worden ze ook in veel sectoren gebruikt voor tal van werkprocessen. (Bron: Deutscher Verband für Angewandte Geographie e. V.) De leerlingen krijgen zo inzicht in een technologie die relevant is voor hun dagelijks leven en wellicht ook voor hun toekomstige carrière.

De aspecten van gegevensbeheer en -invoer worden hier buiten beschouwing gelaten, omdat er uitsluitend wordt verwezen naar vrij beschikbare, webgebaseerde GIS-toepassingen. Daarnaast wordt ook met de daar opgeslagen datasets gewerkt.

Verdere mogelijkheden, bijvoorbeeld in onderwijsprojecten, seminars, workshops, enz. om uitgebreidere vaardigheden te verwerven op het gebied van het vastleggen, visualiseren, analyseren en presenteren van geografische informatie, worden aangeboden in samenwerking met de leveranciers van de softwareoplossingen.
Voorbeelden:
Esri Schulprogramm | Esri Deutschland
ArcGIS voor op School | Esri Nederland
Primary and secondary schools - Esri BeLux

Doelstellingen en competenties

De leerlingen leren over de functies van verschillende GIS-toepassingen en gebruiken deze om zelfstandig geografische problemen op te lossen.

De focus van dit hoofdstuk ligt op de ontwikkeling van de volgende competenties:

  • Methoden: Omgaan met de gangbare hulpmiddelen van GIS-toepassingen en het genereren van kaartweergaven door het selecteren van datasets of indicatoren in webgebaseerde GIS-toepassingen. De leerlingen herkennen de essentiële opbouwelementen en leren hoe ze verschillende, maar steeds terugkerende tools kunnen gebruiken. Daarnaast interpreteren de leerlingen informatie uit de kaarten en de daarin opgenomen statistieken en diagrammen op een feitelijke en doelgerichte manier.
  • Ruimtelijke oriëntatie: Het opbouwen van een fundamentele oriëntatiekennis op de verschillende schaalniveaus evenals een ruimtelijk oriëntatieraster door de referentieruimte te onderzoeken. Vooral door de regelmatige schaalveranderingen in de GIS-toepassingen kunnen leerlingen de locatie van een plaats koppelen aan de omliggende geografische kenmerken. Vaak wordt het verband gelegd met de eigen leefruimte (bijv. verwijzing naar de woonplaats, school) of ook naar ruimtelijke voorbeelden uit de inhoudelijke hoofdstukken.

Structuur van het hoofdstuk

  1. In het eerste deel (elementen 1-5) worden de algemene definitie van geografische informatiesystemen en het principe van layers behandeld. De mogelijke toepassingen van GIS laten we zien aan de hand van een voorbeeld uit het referentiegebied van de Euregio Maas-Rijn.
  2. In het tweede deel (elementen 6-17) worden concrete werkmethoden binnen GIS-toepassingen gepresenteerd: locatie zoeken, navigeren op een kaart, verschillende basiskaarten instellen evenals afstanden en oppervlakten meten. De opdrachten maken gebruik van ruimtelijke voorbeelden uit de Euregio Maas-Rijn en stellen leerlingen in staat om tools te gebruiken die in veel GIS-toepassingen beschikbaar zijn.
  3. In het derde deel (elementen 18-23) wordt, na een algemeen overzicht van het gebruik van GIS-toepassingen in onderzoek, economie en administratie, een GIS-toepassing nader bekeken: de Woonmonitor van de Euregio Maas-Rijn. Na de basisinformatie over het project onderzoeken de leerlingen de functies van de GIS-toepassing. Tot slot laat een complexe opdracht zien hoe de toepassing kan worden gebruikt voor concrete ruimtelijke vragen in de aardrijkskundeles.

1. Wat is een geografisch informatiesysteem (GIS)?

2

Definitie

GIS = geografisch informatiesysteem

Een zeer algemene definitie beschrijft een Geografisch Informatiesysteem als een ‘computergebaseerd informatiesysteem voor het verzamelen, beheren en verwerken van ruimtelijke gegevens’ (volgens: lexicon van de geografie).

Wat betekent dit nu precies?

De belangrijkste basis van een GIS is de verwijzing naar een echte ruimte, bijvoorbeeld een land, een district of een wijk. Gegevensmateriaal over deze werkelijke ruimte wordt zodanig in het GIS verwerkt dat er uiteindelijk een informatieve, digitale kaart beschikbaar is. Feiten kunnen zo in hun ruimtelijke context worden gevisualiseerd en geanalyseerd.

Tutorials: GIS-Viewer

3
§

© Digitale Lernwelten GmbH

Arrc

Alle geodata zijn gekoppeld aan een coördinatensysteem in GIS-software. De verschillende informatie kan worden weergegeven in de vorm van layers (lagen). De gebruiker van een GIS kan deze layers laten weergeven en verbergen, in sommige gevallen ook wijzigen en zo aanpassen aan zijn of haar ruimtelijke kwestie.

Voorbeeld voor het gebruik van GIS-Viewers

4
§

© Stadt Aachen (2021)

https://geoportal.aachen.de/extern/?lang=de&basemap=web61482881ca3e4ky73o&blop=1&x=295064.26454217&y=5628738.2297376&zl=14&hl=0&layers=emobil5909cb6466d8f

Arrc

Screenshot van het geoportaal van de stad Aken, verdeling van oplaadstations voor elektrische auto's in het stadsgebied

Een stad stelt haar bevolking informatie ter beschikking over de verspreiding van openbare oplaadpunten voor elektrische auto's. Alle gegevens worden ingevoerd in een GIS en de bijbehorende software, bijvoorbeeld de locatie van de stations, het aantal oplaadpunten en de technische gegevens. Een digitale kaart met al deze geodata is online toegankelijk. Als er veranderingen zijn, zoals nieuwe oplaadpunten, kunnen de gegevens met één klik worden bijgewerkt. Natuurlijk kan de stad haar GIS ook voor andere doeleinden gebruiken, zoals voor een analyse van de bevolkingsopbouw in de stadswijken, de uitbreiding van het breedbandnetwerk of het bestemmingsplan.

Tutorials: GIS-Viewer

Info voor docenten

Over de volgende verdieping

In de verdieping in element 5 komen de leerlingen via een link op de webpagina Een dag met GIS. Daar laten boeiende, beknopte teksten zien in welke gebieden van het leven GIS-toepassingen worden gebruikt en hoe deze het dagelijks leven beïnvloeden tijdens een voorbeelddag. Hoewel de hyperlinks op de pagina meer informatie en soms concrete voorbeelden geven, zijn ze door het ontbreken van een regionale verwijzing naar de Euregio Maas-Rijn niet van bijzonder belang en mogen ze daarom worden genegeerd. 

5

Verdieping

Mogelijke GIS-toepassingen

Een dag met GIS laat zien hoe je in de loop van één dag in contact komt met verschillende GIS-toepassingen!

2. Hoe werk je met een Geografisch Informatiesysteem (GIS)?

Een locatie vinden

6
§

© Digitale Lernwelten GmbH

Arrc

Met geografische coördinaten kan je elk punt op aarde nauwkeurig bepalen. Hiervoor zijn de lengte- en breedtegraad nodig. Op digitale kaarten kan een locatie ook worden gevonden door een adres of een algemene zoekterm in te voeren.

Info voor docenten

Over de volgende opdracht

De leerlingen zoeken naar locaties met behulp van adressen, algemene zoektermen en coördinaten. Ze worden daarbij geconfronteerd met verschillende moeilijkheden, zoals onvolledige of onduidelijke invoergegevens in het zoekveld. De derde opdracht gaat over de schrijfwijze van de coördinaten.
1-stermodus: De leerlingen krijgen duidelijke zoektermen.
2 en 3-sterrenmodus: Locaties moeten in verschillende stappen worden gevonden.

7

Opdracht

Vind de locatie

  1. Adres
    • Voer het volgende adres in het zoekveld van de GIS-Viewer hieronder in: Aachener Straße 24
    • Leg uit waarom je meer informatie nodig hebt om een unieke positie te bepalen.
  2. Zoekterm
    • Voer de term ‘Gileppe’ in het zoekveld van de GIS-Viewer in.
    • Beschrijf de locatie en wat de term betekent vanuit een geografisch oogpunt!
  3. Coördinaten
    • Vind de exacte GPS-coördinaten van je school door het adres van je school in te voeren. Vergelijk de verschillende schrijfwijzen!
    • Gebruik de positie-aanduiding in de schrijfwijze ‘decimale graden’ uit de vorige opdracht en zoek nu opnieuw de locatie van je school!

Tutorials: GIS-Viewer, GIS-Viewer zoekfunctie

Opdracht

Vind de locatie

  1. Adres
    • Voer het volgende adres in het zoekveld van de GIS-Viewer hieronder in: Gasthuisstraat 11, Hasselt
    • Noem de bezienswaardigheid die je op dit adres vindt!
  2. Zoekterm
    • Voer de bezienswaardigheid ‘Vrijthof, Maastricht’ in het zoekveld van de GIS-Viewer in.
    • Beschrijf de omgeving met behulp van de kaart!
  3. Coördinaten
    • Voer de volgende getallenreeks in het zoekveld van de kaartendienst in: 5.567058920860291, 50.62473955397422
    • Leg uit om welke getallen het gaat!

Tutorials: GIS-Viewer, GIS-Viewer zoekfunctie

Opdracht

Vind de locatie

  1. Adres
    • Gebruik de GIS-Viewer hieronder om de locatie van het volgende adres te vinden: Aachener Straße.
    • Leg uit waarom je meer informatie nodig hebt om een unieke positie te bepalen.
    • Beschrijf hoe je het dropdownmenu kunt gebruiken om sneller de juiste locatie te vinden.
  2. Zoekterm
    • Voer de term ‘Gileppe’ in het zoekveld van de GIS-Viewer in!
    • Beschrijf de locatie en wat de term betekent vanuit een geografisch oogpunt!
  3. Coördinaten

Tutorials: GIS-Viewer, GIS-Viewer zoekfunctie

8

Aanvullende informatie

Lengte- en breedtegraden bepalen

Hier vind je alle details over het bepalen van lengte- en breedtegraden en de verschillende manieren om ze te schrijven.

9

Verdieping

GPS-gegevens

Veel apparaten zoals smartphones, horloges of tablets gebruiken het Global Positioning System - of kortweg GPS - om hun positie te bepalen. Dit maakt gebruik van gegevens van navigatiesatellieten die in een baan om de aarde draaien. 

In de film ‘Total phänomenal - Satelliten weisen den Weg’ van de SWR wordt de werking van het satellietsysteem uitgelegd van minuut 0:13 tot 3:12. 

Navigeren op de kaart

10

Door op de linkermuisknop te klikken en de cursor te verslepen, ga je naar een andere sectie op een digitale kaart. Met behulp van de plus- en mintekens of via het muiswiel kan je de kaartweergave vergroten en verkleinen. Meer specifiek: je verandert dan de schaal. Net als bij analoge kaarten vind je ook op digitale kaarten een schaal. Het is beschikbaar als een schaalnummer of als een schaalbalk.

In hoofdstuk 5.1 lees je meer over de betekenis en berekening van de schaal.

Info voor docenten

Over de volgende opdracht

In veel digitale kaartdiensten ontbreekt in de gebruikersinterface de exacte aanduiding van een schaalnummer, omdat je er vaak alleen een schaalbalk vindt. In de GIS-Viewer van het Drielandenpark die aan de opdracht is gekoppeld, kan de gebruiker de schaalgrootte selecteren in een dropdownmenu, zodat deze viewer geschikt is voor de opdracht.

De leerlingen gebruiken verschillende schaalweergaven en kiezen bewust een schaal tegen de achtergrond van een fictieve presentatie. 

Differentiatie in de verschillende sterrenmodi gebeurt op basis van de voorkennis die de verschillende leeftijdsgroepen verondersteld zijn te hebben, in het bijzonder wat betreft hun kennis van schaalberekening evenals hun gebruik van tools voor schalen.

De opdracht is dus inhoudelijk gekoppeld aan hoofdstuk 5.1. omdat daar dieper wordt ingegaan op schaalberekening.

11

Opdracht

De schaal veranderen

Werk de volgende opdrachten uit in de GIS-Viewer van de StädteRegion Aachen.

  1. Zoek de noemer in de schaal van de startkaart en voer de waarde in!
  2. Kies nu zowel een grotere als een kleinere schaal en beschrijf de verandering in het kaartbeeld in je eigen woorden!
  3. Bepaal welke schaal jij zou kiezen voor een overzicht van de grootste steden van de Euregio Maas-Rijn!

Tutorial: GIS-ViewerGIS-Viewer meten

Opdracht

De schaal veranderen

Werk de volgende opdrachten uit in de GIS-Viewer van de StädteRegion Aachen.

  1. De schaal van de startkaart wordt rechtsboven in de werkbalk aangegeven. Benoem de waarde!
  2. Selecteer nu de schaal 1:100.000 en 1:10.000. Beschrijf de verandering in de kaartweergave!
  3. Bepaal welke schaal je zou kiezen voor de presentatie van de ligging van de Euregio Maas-Rijn in Europa!

Opdracht

De schaal veranderen

Werk de volgende opdrachten uit in de GIS-Viewer van de StädteRegion Aachen.

  1. Bepaal de schaal van de startkaart!
  2. Kies nu zowel een grotere als een kleinere schaal. Formuleer de regel voor de verhouding tussen de verkleining van de kaart en het schaalgetal!
  3. Bepaal de schaal die je zou kiezen om de ligging van het drielandenpunt op de Vaalserberg weer te geven!

Een basiskaart selecteren

12

Om de gekozen ruimte op een kaart af te beelden, kun je verschillende basiskaarten kiezen. In figuurlijke zin vormt de basiskaart het canvas waarop vervolgens de gewenste geodata worden getekend - of beter gezegd: als layers worden ingevoegd. 

13

Info voor docenten

Over de volgende opdracht

Opdracht 1 gaat over schaalverandering en stelt de leerlingen in staat om de locatie van de stad Alsdorf te classificeren in het ruimtelijke oriëntatieraster.

In opdracht 2 houden de leerlingen zich bezig met de weergavevorm en de betekenis door verschillende basiskaarten te selecteren. Ze nemen een beslissing in het kader van een geografisch probleem. Ze kiezen bijvoorbeeld een van de thematische basiskaarten voor de weergave van verkeerswegen (bijv. OpenStreetMap), voor de weergave van landbouwgebieden kiezen ze een luchtfoto (bijv. Imagery) en voor de weergave van reliëf kiezen ze een kaart met hoogtelijnen of arcering (bijv. Topographic).

De derde deelopdracht legt de link met het hoofdstuk over structurele verandering. In het westen van het stedelijke gebied van Alsdorf kan de voormalige kolenindustrie worden geïdentificeerd aan de hand van de mijnstorten. Deze zijn herkenbaar in de luchtfoto en zijn ook op de topografische kaart te zien. Ze kunnen echter alleen met de juiste vakkennis worden geclassificeerd als antropogene heuvels. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van de thematische basiskaarten, omdat de technische termen daar te vinden zijn. Bij nadere beschouwing vallen ook de herontwikkelde gebieden en gebouwen op (bijv. Annapark, Energeticon). Dit kan echter alleen van de leerlingen worden verwacht als de opdracht wordt uitgewerkt in het kader van de les over structurele verandering.

14

Opdracht

Basiskaarten selecteren

In de bijgevoegde digitale kaart is Alsdorf in Noordrijn-Westfalen gemarkeerd.

  1. Kies een geschikte schaal om zowel het stadsgebied als de randgebieden van de stad te kunnen vastleggen.
  2. Zoek bij het selecteren van een geschikte basiskaart een kaartweergave die je kunt gebruiken om de volgende onderwerpen weer te geven: verkeerswegen, landbouw, reliëf.
  3. Alsdorf is een voormalige mijnstad. Beschrijf met behulp van een geschikte basiskaart de sporen van de voormalige kolenindustrie!

Tutorials: GIS-ViewerGIS-Viewer basiskaart veranderen

Opdracht

Basiskaarten selecteren

In de bijgevoegde digitale kaart is Alsdorf in Noordrijn-Westfalen gemarkeerd. 

  1. Verander de schaal zodat je een goed overzicht hebt van de stad Alsdorf en de omliggende dorpen.
  2. Selecteer nu verschillende basiskaarten in het menu aan de linkerkant. Met welke basiskaart kun je de volgende onderwerpen het beste weergeven?
        De verkeerswegen in en rond Alsdorf
        De landbouwgronden
        De hoogteverschillen 
  3. Alsdorf is een voormalige mijnstad. Kies de basiskaart waarop de sporen van de vroegere steenkoolwinning het best zichtbaar zijn! Motiveer je keuze. 

Tutorials: GIS-Viewer, GIS-Viewer basiskaart veranderen

Opdracht

Basiskaarten selecteren

In de bijgevoegde digitale kaart is Alsdorf in Noordrijn-Westfalen gemarkeerd.

  1. Kies een geschikte schaal voor de analyse van het stadsgebied en de omgeving.
  2. Zoek bij het selecteren van een geschikte basiskaart een kaartweergave die je kunt gebruiken om de volgende onderwerpen weer te geven: verkeerswegen, landbouw, reliëf.
  3. De ontwikkeling van de stad Alsdorf is typerend voor de structurele verandering van een oud industriegebied. Verklaar deze uitspraak met behulp van een gedifferentieerde kaartanalyse!

Tutorials: GIS-Viewer, GIS-Viewer basiskaart veranderen

Info voor docenten

Over de volgende opdracht

Nadat de leerlingen in de vorige opdrachten over de verschillende functies van GIS-Viewers hebben geleerd, biedt de volgende opdracht een mogelijkheid voor herhaling en verdieping. Tijdens het werken met de digitale kaart selecteren ze een aangegeven basiskaart, zoeken ze twee locaties, markeren ze die met de tekentools en voegen ze een label toe, meten ze een afstand en drukken ze de kaart af aan het einde van de oefening of slaan ze het op als een bestand. De tekentool, die in de deelopdrachten 3 en 4 moet worden gebruikt, is tot nu toe nog niet gebruikt in het hoofdstuk over methoden. Daardoor kunnen de leerlingen deze tool nu intuïtief gebruiken. Vooral de selectie van een geschikte markering (kleur, grootte, enz.) en de plaatsing ervan op de kaart brengt overwegingen met zich mee. Zo dienen de leerlingen na te denken over de tool zelf en de weergave van de kaart. Ze maken een eigen kaartproduct.
De kaarten die de leerlingen hebben gemaakt, kunnen aan het einde van de les klassikaal worden besproken. De nadruk moet liggen op de reflectie op het leer- en werkproces, bijvoorbeeld de moeilijkheden die ze hadden bij het uitwerken van de opdrachten en welke strategieën ze gebruikten om deze op te lossen. Een discussie over mogelijke toepassingen van dergelijke tools in de leefomgeving van de leerlingen kan als afsluiting dienen voor het hoofdstuk.

15

Opdracht

Om de functies van een GIS-Viewer te oefenen

Voer de volgende opdracht uit om de verschillende functies van een GIS-Viewer te oefenen. De tutorials bieden verdere ondersteuning.

  1. Selecteer de topografische basiskaart!
  2. Zoek de twee bruggen in Maastricht: Hoge Brug en Sint Servaasbrug.
  3. Markeer de twee bruggen met een geschikt symbool!
  4. Bij een van de twee bruggen ontbreekt de naam in de kaartweergave. Voeg deze toe met behulp van de tekentool!
  5. Meet de lengte van een rondweg langs de Maas die over beide bruggen loopt!
  6. Druk de kaart af en kies een geschikte titel!

Tutorials: GIS-ViewerGIS-Viewer basiskaart veranderen, GIS-Viewer tekenenGIS-Viewer meten, GIS-Viewer afdrukken

3. Hoe worden geografische informatiesystemen gebruikt?

Info voor docenten

Lijst met links naar geoportalen in de Euregio Maas-Rijn

In veel regio's stellen overheden en administraties geografische informatiesystemen ter beschikking aan het publiek. Er zijn ook talrijke openbare geoportalen in de Euregio Maas-Rijn. Hieronder vind je de links naar enkele voorbeelden.

NRW: GEOportal.NRW

Zuid-Limburg (NL): Atlas Limburg (prvlimburg.nl)

Drielandenpark: de inkasPortal - GeoNet Online GmbH (staedteregion-aachen.de)

Woonmonitor: Wohnmonitor EMR (housing-emr.eu)

Atlas van de ‘Großregion SaarLorLux’ GR-Atlas - Atlas der Großregion SaarLorLux (uni.lu)

Aken: Geodatenportal Stadt Aachen

Luik: Carte — Open Data Liège (liege.be)

16

Verdieping

Verschillende GIS-Viewers

In zeer verschillende gebieden van onderzoek, economie en administratie worden GIS-toepassingen gebruikt om verschillende onderwerpen te analyseren, te voorspellen of te visualiseren.

Meteorologie

Meteorologische diensten
Wetter und Klima - Deutscher Wetterdienst - Startseite (dwd.de)
KNMI - Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Weather Brussels - RMI (meteo.be)

Globale windsystemen
earth :: a global map of wind, weather, and ocean conditions (nullschool.net)

Windsystemen en luchtvervuiling
IQAir Earth Air Pollution Map

Interactieve wereldkaart met de wereldwijde verdeling van zonnestraling (onder andere direct, indirect, diffuus), fotovoltaïsche geschiktheid en luchttemperatuurverdeling
Global Solar Atlas 

Geologie

Latest Earthquakes (usgs.gov)

Bevolkingsontwikkeling
3D-visualisatie van de wereldbevolking: Human Terrain (pudding.cool)
Wereldbevolkingsdichtheid World Population Density Interactive Map (luminocity3d.org)

Transport & Logistiek

MarineTraffic: Global Ship Tracking Intelligence | AIS Marine Traffic (Positiegegevens en bewegingen van schepen)

Administratie

Eurostat - Statistiekportaal van de EU Eurostat regional yearbook 2022 (europa.eu)

De demografische ontwikkeling in de Euregio Maas-Rijn in kaart gebracht in een GIS: De Woonmonitor

17

In het grensoverschrijdende project "Woonmonitor Euregio Maas-Rijn" worden gegevens over de demografie en de woningmarkt in een Geografisch Informatiesysteem samengevat. 

Interactieve afbeeldingen: Functies van de "Woonmonitor"

18

Verdeling van de bevolking in de leeftijdsgroep 10 tot 15 jaar in de Euregio Maas-Rijn, weergegeven in de Woonmonitor (stand op 20.12.2022)

Info voor docenten

Over de volgende opdracht

Nadat de leerlingen algemene informatie hebben gekregen over de woonmonitor, zullen ze nu de GIS-toepassing leren kennen in het kader van een algemene opdracht. Het doel is om het gebruik van het keuzemenu te testen, zelf een kaart te maken en er informatie uit te halen.
Aangezien de nadruk ligt op het technische onderzoek van de GIS-toepassing, wordt de differentiatie vooral gemaakt door de kleine stappen van de instructies in 1-ster- en 2-sterrenmodus. Bij het beschrijven van de bevolkingsspreiding moeten de leerlingen gestructureerd te werk gaan en bijvoorbeeld het contrast tussen het overwegend dichtbevolkte noorden en oosten van de Euregio Maas-Rijn en het minder dichtbevolkte zuiden van de Euregio Maas-Rijn uitwerken.

In de klas zou de inkleuring van de kaart ook samen met een kritische evaluatie van de bronnen beoordeeld kunnen worden: de gradaties zijn niet equidistant en vooral in het bovenste gebied (donkerste blauw) is er nauwelijks mogelijkheid tot differentiatie op kleurniveau. Zo vallen zowel steden van gemiddelde grootte (bijvoorbeeld Jülich, Bilzen, Helchteren) als de dichtstbevolkte steden (Aken, Maastricht, Luik) in deze groep. Alleen als we kijken naar de absolute aantallen kan hier een onderscheid worden gemaakt. 

19

Opdracht

Verkennen van de Woonmonitor

  1. Maak de kaart van de totale bevolking van de Euregio Maas-Rijn met behulp van de Woonmonitor! Selecteer hiervoor het kenmerk ‘totale bevolking’ uit de lijst aan de linkerkant.
  2. Beschrijf de bevolkingsspreiding met behulp van de informatie in de legenda!
  3. Selecteer je eigen gemeente door op de kaart te klikken en ontdek het huidige aantal inwoners!

Je kunt ook andere indicatoren selecteren om verder te oefenen met het GIS!

Tutorial: WoonmonitorGIS-Viewer

Opdracht

Verkennen van de Woonmonitor

  1. Maak de kaart van de totale bevolking van de Euregio Maas-Rijn met behulp van de Woonmonitor! Selecteer hiervoor aan de linkerkant het kenmerk ‘Bevolking en huishoudens’ en vervolgens ‘Totale bevolking’.
  2. Maak met behulp van de informatie in de legenda een vergelijking tussen de regio's met bijzonder hoge bevolkingscijfers en de regio's met lage bevolkingscijfers! 
  3. Zoek je eigen gemeente en selecteer deze door op de kaart te klikken. Zoek uit wat het huidige aantal inwoners is. Je vindt dit recht onder ‘Kenmerk details’.

Je kunt ook andere kenmerken selecteren om verder te oefenen met het GIS!

Tutorial: WoonmonitorGIS-Viewer

Opdracht

Verkennen van de Woonmonitor

  1. Maak de kaart van de totale bevolking van de Euregio Maas-Rijn met behulp van de Woonmonitor.
  2. Beschrijf de bevolkingsspreiding in de Euregio Maas-Rijn.
  3. Selecteer je eigen gemeente en zoek de gegevens over het huidige aantal inwoners.

Je kunt ook andere indicatoren selecteren om verder te oefenen met het GIS.

Tutorial: WoonmonitorGIS-Viewer

Info voor docenten

Over de volgende opdracht

Deze opdracht richt zich ook op het oefenen van methodische vaardigheden. Hier worden deze echter in een context geplaatst met een concrete geografische vraag.
Met behulp van de datasets in het GIS maken de leerlingen zelf een kaart met de verschillende soorten huishoudens en behandelen ze verschillende aspecten van stedelijk wonen. Er komen nog meer methodische aspecten aan bod, zoals het verwerken van statistische gegevens en de manier waarop ze worden gepresenteerd.

In de 1-stermodus behandelen de leerlingen eenpersoonshuishoudens als woonvorm.

In de 2-sterrenmodus worden de contrasten tussen stedelijke en landelijke woonvormen onderzocht.

In de 3-sterrenmodus worden deze contrasten ook meer gedifferentieerd bekeken in het kader van demografische veranderingen, de algemene verandering in levensstijlen (bijvoorbeeld de toenemende individualisering van de samenleving) evenals de uitdagingen van de ruimtelijke ontwikkeling.

Instructies voor de oplossing:

1-stermodus: Na het maken en opslaan van de kaart met eenpersoonshuishoudens in de Euregio Maas-Rijn beschrijven de leerlingen de ruimtelijke verdeling, waarbij ze de focus leggen op extreme waarden. Het lagere aantal eenpersoonshuishoudens in het zuiden van de Euregio Maas-Rijn en het hoge aantal in de noordelijke en oostelijke gebieden moeten opvallen. Het bepalen van de absolute aantallen voor de drie steden vereist een ruimtelijke oriëntatie en een zelfverzekerde toepassing van de functies van het GIS (bijvoorbeeld het weergeven van de absolute aantallen in de details van een kenmerk). De leerlingen herkennen de zeer hoge waarden in de drie steden die ze onderzoeken. De laatste opdracht moedigt de leerlingen aan om naar de context te kijken. Hier doen de leerlingen beroep op hun voorkennis en algemene kennis. Hun voorkennis biedt ook aanknopingspunten. Afhankelijk van de leeftijdsgroep zou je verwachten dat de onderwijssituatie van jongeren als reden wordt genoemd, mogelijk ook de latere leeftijd om te trouwen en mogelijk ook de trend dat vrouwen op een oudere leeftijd moeder worden. 

2-sterrenmodus: In deze opdracht komen alle huishoudens, ongeacht hun grootte, in aanmerking. De leerlingen gaan een vergelijking maken tussen een stedelijke en een landelijke gemeente. Hiervoor moeten de absolute cijfers door relatieve cijfers worden vervangen. In de steden Luik en Aken bestaat meer dan 50% van de huishoudens uit eenpersoonshuishoudens, in de landelijke regio's Clavier en Dahlem is het slechts 26%. Daar ligt het aantal huishoudens met meer dan 3 personen telkens boven 40%. De twee gemeenten in deze vergelijking zijn representatief voor het landelijke-stedelijke contrast in België en Duitsland. In Nederland is er geen gemeente met zo'n duidelijke verdeling vanwege de veel hogere bevolkingsdichtheid. Daarom hebben we voor dit land geen vergelijkingspaar opgegeven. De leerlingen moeten inzien dat er een verschil is tussen stedelijke en landelijke gebieden, vooral wat betreft leeftijd en inkomensstructuur. Daarna volgt een uitleg voor de drie trends vermeld in de opdracht. Als mogelijke oplossingen voor het tekort aan woningen in de steden kunnen de leerlingen ook een creatieve bijdrage leveren. Denk maar aan de bouw van meer kleine appartementen, de ombouw van grotere woningen of betere vervoersverbindingen met de omliggende gebieden.

3-sterrenmodus: De opdrachten zijn in principe hetzelfde als in de 2-sterrenmodus, maar hier wordt meer achtergrondkennis verwacht, bijvoorbeeld met betrekking tot demografische veranderingen. Vooral het platteland wordt gekenmerkt door vergrijzing en door de inkomenssituatie domineren hier grote woonoppervlaktes per hoofd van de bevolking, terwijl door de toenemende individualisering van de samenleving in de steden de jongere bevolking steeds langer in eenpersoonshuishoudens blijft wonen. Opdracht 5 gaat in op het feit dat Nederland niet werd betrokken bij de vergelijking van gemeenten. In alle Nederlandse gemeenten is het aantal een- en tweepersoonshuishoudens hoog en het contrast tussen stad en platteland kan hier niet zo duidelijk worden aangetoond vanwege de hoge bevolkingsdichtheid. 

20

Opdracht

Vergelijk de grootte van huishoudens in stedelijke en landelijke gebieden

Vergelijk met behulp van de Woonmonitor de grootte van huishoudens in stedelijke en landelijke gebieden in de Euregio Maas-Rijn!

  1. Maak een kaart van de grootte van huishoudens in de Euregio Maas-Rijn!
  2. Vergelijk de grootte van huishoudens in stedelijke en landelijke gebieden in Duitsland en België met de volgende gemeenten als voorbeeld:
    België: Luik (Frans: Liège) – Clavier
    Duitsland: Aken – Dahlem
    - Zoek voor beide gemeenten uit wat het aantal huishoudens met één, twee of meer personen is! Schrijf de waarden op in een tabel.
    - Bereken het percentage een-, twee- en meerpersoonshuishoudens en vergelijk hun aandeel in stedelijke en landelijke gebieden!
    - Karakteriseer de kenmerken van de huishoudens in termen van leeftijd, inkomen en leefgewoonten van de inwoners! Hoe verschillen deze kenmerken in stedelijke en landelijke gebieden?
  3. Het aantal eenpersoonshuishoudens is de afgelopen decennia blijven stijgen. Deze woonvorm is vooral populair onder jongere mensen. Verklaar deze ontwikkelingen!
  4. In de grote steden van de Euregio Maas-Rijn blijft de bevolking toenemen. Ontwikkel op basis van je bevindingen over de grootte van huishoudens mogelijke oplossingen voor het groeiende tekort aan woningen in de steden!

Tutorial: Woonmonitor

Opdracht

Eenpersoonshuishoudens in de Euregio Maas-Rijn

Het aantal mensen dat alleen in een huishouden woont, is de afgelopen decennia steeds meer toegenomen: jongeren die een opleiding volgen of studeren, mensen van middelbare leeftijd die alleen wonen en senioren. In bevolkingsonderzoek wordt deze woonvorm een eenpersoonshuishouden genoemd.

Gebruik de Woonmonitor om het belang van eenpersoonshuishoudens in de Euregio Maas-Rijn te achterhalen!

  1. Teken een kaart met de verdeling van eenpersoonshuishoudens in de Euregio Maas-Rijn! (Bevolking & huishoudens -- > Huishoudens --> Huishoudgrootte --> 1)
  2. Beschrijf de verdeling van eenpersoonshuishoudens: Waar is het aantal eenpersoonshuishoudens bijzonder hoog, waar is het bijzonder laag?
  3. Zoek nu het exacte aantal eenpersoonshuishoudens op in de grootste steden van de Euregio Maas-Rijn: Aken, Luik en Maastricht.
  4. Verklaar: Waarom wonen vooral in de grote steden zoveel mensen in een eenpersoonshuishouden? Houd daarbij rekening met de reeds vermelde soorten mensen die meestal in eenpersoonshuishoudens wonen.

Tutorial: Woonmonitor

Opdracht

Demografische gegevens vergelijken

Vergelijk met behulp van de Woonmonitor de grootte van huishoudens in stedelijke en landelijke gebieden in de Euregio Maas-Rijn!

  1. Maak een kaart van de grootte van huishoudens in de Euregio Maas-Rijn! Ga naar een dataset die zoveel mogelijk gegevens bevat.
  2. Vergelijk de grootte van huishoudens in stedelijke en landelijke gebieden in Duitsland en België met de volgende gemeenten als voorbeeld:
    België: Luik (Frans: Liège) – Clavier
    Duitsland: Aken – Dahlem
    - Zoek voor beide gemeenten uit wat het aantal huishoudens met één, twee of meer personen is! Schrijf de waarden op in een tabel.
    - Bereken het percentage een-, twee- en meerpersoonshuishoudens en vergelijk hun aandeel in stedelijke en landelijke gebieden!
    - Karakteriseer de kenmerken van de huishoudens in termen van leeftijd, inkomen en leefgewoonten van de inwoners! Hoe verschillen deze kenmerken in stedelijke en landelijke gebieden?
  3. Het aantal eenpersoonshuishoudens is de afgelopen decennia blijven stijgen. Deze woonvorm is vooral populair onder jongere mensen. Verklaar deze ontwikkelingen!
  4. Onderzoek op het internet en verklaar de effecten van de toename van eenpersoonshuishoudens op de beschikbaarheid van woningen in stedelijke en landelijke regio's!
  5. Beschrijf met behulp van de digitale kaart uit opdracht 1 de verdeling van de verschillende groottes qua huishoudens in het Nederlandse deel van de Euregio Maas-Rijn. Leg uit wat de verschillen zijn met de verdeling van huishoudensgroottes in België en Duitsland!

Tutorial: Woonmonitor