Lössgronden bestaan uit zeer fijne korrels met een diameter tussen 0,02 en 0,06 millimeter. Ze zijn daarom compacter dan andere gronden en kunnen veel water opnemen en vasthouden. Daarom worden ze ook wel zwaardere gronden genoemd. De wortels van planten kunnen gemakkelijk groeien in lössgronden en kunnen zo veel voedingsstoffen opslaan. Voor boeren zijn ze gemakkelijk te bewerken.