Als je iets moet controleren of verifiëren, moet je een feit of een uitspraak in twijfel trekken. Daarbij kan je vaststellen of bepaalde delen of de gehele uitspraak overtuigend bij elkaar passen of dat de beste onderzoeksmethode is gekozen om tot resultaten te komen. Als uitspraken niet overtuigend, ongegrond of tegenstrijdig zijn, moet je aantonen waarom.
Meer informatie vind je in het overzicht 'Operatoren en vereisten'.